Vandaag moet ik mee naar de kermis. Jetje wil weten wat er dit jaar met mij allemaal gaat gebeuren. Ik ga naar de waarzegster.

Jetje heeft mij weer in het mandje gepropt en onder de snelbinders van haar fiets gedaan. 

Het is een lawaai van jewelste op het kermisterrein. Heel veel lichtjes, zoveel heb ik er nog nooit bij elkaar gezien.

De waarzegster heeft voor mij een vruchtbaar jaar in het vooruitzicht gezien. Ook op de kattenshow sla ik een goed figuur. De waarzegster ziet veel meer titels voor mij weggelegd, maar daar moet Jetje de moeite voor doen. Ook krijg ik dit jaar  (tussen twee kermissen in) weer kinderen en meer dan vorig jaar. 

Ik krijg er ook een nieuwe vriendin bij en er ligt een verhuizing in het verschiet. 

Ook heeft die vrouw nog even in haar glazen bol gekeken en zag daar in korte tijd een verandering in. Zij zag er in dat ik een tijdje van huis zou gaan, maar ik kwam wel weer thuis. Ik zou niet veranderen en de streken uit blijven halen, wat ik ook het afgelopen jaar heb gedaan.

Het belletje gaat en wij worden verzocht de tent weer te verlaten.

Jetje gaat weer naar haar fiets. Ik wordt weer onder de snelbinder geplaatst en Jetje wil naar huis.

Jetje heeft haar fiets bij de winkel om de hoek gezet. Zij is zuinig op haar fiets en sluit die altijd af met twee sloten. 1 1/2 jaar geleden is er al een fiets van gestolen. Wij moeten langs een grote winkel lopen en wat ziet Jetje daar. Haar weggehaalde fiets.

Ik word langs een telefooncel geparkeerd en Jetje wil daar even de politie bellen. Dit gaat niet zo snel, want er staan twee jongens te bellen. Elke keer wordt de telefoon over gegeven aan elkaar en dit gaat zo minstens een kwartier door.

Eindelijk zijn die jongens uitgebeld en Jetje gaat naar binnen, Als ze weer buiten komt gaat ze staan te buurten met een oude man die in het portiek staat.

Daar ziet ze plotseling de vader van Rob. 

Opa Sjeer! Opa kijkt op en ziet ook dat het de fiets van Jetje is. Opa houdt wel een beetje van sensatie dus blijft hij bij Jetje wachten.

Ik zie dat de politie er aan komt en Jetje ziet dat ook. De politie komt kijken en vraagt aan Jetje of ze de papieren bij zich heeft, om te bewijzen dat de fiets van haar is. Dat zijn slimmeriken. Of Jetje met heel haar boekhouding, elke dag over straat loopt. Nee dus.

Jetje heeft de fiets helemaal niet hier gekocht, want vroeger woonde Jetje in Brabant.

Jetje mag van de politie even naar die mensen bellen om het nummer van de fiets te vragen. 

De meneer aan de andere kant gaat even zoeken en zet ons in de wacht. Na een kwartier verbreekt de politie de verbinding en probeert opnieuw te bellen.

Ze krijgen nu de bezettoon.

Daar komen twee jongens aan gelopen en die willen de fietsen meenemen. De politie vraagt aan de jongens of de fiets van hun is. Nee zeggen de jongens en wijzen naar een derde jongen. Hij maakt het slot open en de politie neemt de fiets in beslag. De politie vraagt de jongen hoe hij aan die fiets komt en de jongen begint te stotteren en komt niet meer uit zijn woorden. De fiets en de jongen worden in het politie busje geladen en mee naar het bureau genomen.

Jetje en opa Sjeer en ik gaan naar huis om de papieren te gaan zoeken van de fiets. Jetje vind deze niet. Ze zal ze wel weggegooid hebben. Dit doet ze altijd als ze kwaad is.

Wel heeft Jetje ondertussen weer de meneer van de fietsenwinkel gesproken en die heeft het nummer door gefaxt naar de politie.

Rob gaat morgen, samen met Jetje de fiets ophalen op het politiebureau. 

Rob is heel blij, dat Jetje die fijne fiets weer terug krijgt.

Jetje heeft nu maar weinig tijd om te koken, maar ze doet het wel.

Rob krijgt iets met kip en mie. Ik eet weer goed vandaag dat heb ik al gezien.

Ik zie allemaal van die oranje bloemen in de tuin verschijnen, die Jetje zo lekker vindt.

Er zit iets zoets in zegt Jetje tegen Rob. Dat zal wel zegt hij maar proeft ze niet.

Rob zit nu de krant te lezen op het terras. Het is weer een zwoele avond. Vandaag is het weer eens 28 graden geweest en dat heb ik zelf gezien op de thermometer.

Het koelt ook maar slecht af. Dit weer duurt alweer 4 weken. Ondanks al de regen die er belooft is, blijft het hier droog. Een keer heeft het geregend en dat alleen maar in de nacht.

Ik ben er niet nat van geworden en heb er ook niet van wakker gelegen. Jetje wel. Die wordt nog wel wakker van een scheet die een vlieg laat.

Jetje staat ook wel eens op, als ze niet kan slapen en gaat dan beneden naar de tv zitten kijken.

Ook durft ze dan iets te eten en te drinken. Ik help vaak mee, omdat ze altijd iets neemt wat ik ook lust.

Rob niet. Die slaapt overal door heen. Hij mist Jetje ook niet, als ze naar beneden is gegaan. 

De laatste tijd merk ik er niet zo veel meer van, omdat ik op mijn kamer ga slapen.

Rob kan dan de slaapkamer deur open laten staan, zonder dat wij de slaapkamer bestormen. Ik ben de grote dondersteen, zegt Jetje. Ik lig niet stil, anders hadden wij rustig op de slaapkamer mogen slapen.

Ook durft ze dan iets te eten en te drinken. Ik help vaak mee, omdat ze altijd iets neemt wat ik ook lust.

Rob niet. Die slaapt overal door heen. Hij mist Jetje ook niet, als ze naar beneden is gegaan. 

De laatste tijd merk ik er niet zo veel meer van, omdat ik op mijn kamer ga slapen.

Rob kan dan de slaapkamer deur open laten staan, zonder dat wij de slaapkamer bestormen. Ik ben de grote dondersteen, zegt Jetje. Ik lig niet stil, anders hadden wij rustig op de slaapkamer mogen slapen.