Jetje heeft hele erge buikpijn, is misselijk en staat onvast op de benen. Dit heeft ze wel eens meer, maar nu heeft ze er ook nog koorts bij. Jetje is nu naar de dokter en ik ben benieuwd wat die te zeggen heeft.

Daar komt Jetje weer terug. Haar gezicht staat op onweer.

Jetje zegt tegen mij dat ze naar het ziekenhuis moet, om te kijken of het erg is. Rob is niet thuis en komt ook pas heel laat thuis. Jetje probeert of hij mobiel te bereiken is, maar als hij bij een klant binnen is, zet hij zijn mobieltje uit. Dit stoort alleen maar zegt hij.

Blaan, Kyara en ik zijn er beduusd van. Wij wisten helemaal niet dat Jetje ziek is, ze doet zo gewoon.

Ik zelf lig nu lekker te slapen, op de tafel hier in de kamer.

Als Jetje thuis is, gebruikt zij meestal de tafel en heb ik het nakijken.

De pappa van Rob komt de tas halen van Jetje. Die tas die alweer twee jaar boven op de kast staat, met allemaal ziekenhuis kleren er in. Ik heb die al heel vaak gezien, maar er nog nooit ingekeken.

Dit is een slecht voorteken. Gelukkig heeft Jetje, voordat ze wegging wel onze bak voorzien van het nodige eten en drinken.

Daar zul je Rob hebben. Hij ziet er moe uit en nu is Jetje ook nog niet thuis.

Rob gaat meteen weer weg, naar het ziekenhuis zegt hij.

Rob komt weer thuis. Hij pakt een koffertje in en hij pakt mij op en zet mij in het draagkoffer. Ik hoef toch niet naar het ziekenhuis, hoop ik. 

Rob brengt mij naar het nichtje van Jetje, zegt hij als ik van de trap word gedragen.

Rob zet mij even op de grond en maakt de deur van de auto open. Hij zet mij er in en werpt de koffer met spullen in de auto. Dit denkt hij tenminste. Doordat het zo hard waait, waait de deur dicht, tegen het koffer en door de klap valt het koffer open.

Al mijn spullen over straat. O wat schaam ik mij nu. Al mijn inlegkruisjes over de straat en met deze wind waaien ze ook nog weg. De inlegkruisjes worden gebruikt voor als ik ga sproeien. Niemand vindt deze geur lekker, behalve ik. Ik laat er mee zien en ruiken, wat van mij is en er mag dan geen andere kater meer in de buurt komen, anders word het vechten. 

Ook mijn broekjes liggen over de straat. Deze heeft Jetje zelf gemaakt ven heel mooi stof. Het zijn geen gewone broekjes, want die heb ik zo uit.

Rob is nu aan het vangen van de inlegkruisjes en de buurman staat hem aan te vuren, om ze toch allemaal weer te vinden. Ook mijn kam en borstel en de blikjes voer heeft hij alweer bij elkaar gepakt en terug in mijn koffer gedaan.

Wij rijden nu aan en komen bij de nichtje van Jetje.

Christa vindt het een hele eer om voor mij te zorgen. Ik ben benieuwd of er nog foto's gemaakt worden. Ik word uit het kooitje gehaald en door Christa geknuffeld. Ook haar vriend vindt mij het einde. Hij zegt tegen Rob dat hij mij nooit meer terug krijgt.

Rob rijd weer weg. Rob ik wil mee, ik wil niet hier blijven.

Ik word voorgesteld aan heel het huis. Ik mag overal even kijken en wordt dan voor de voorzichtigheid op een kamer boven gezet.

Ik kan door de raam kijken en zie Barry een kooi opzetten. Het is een hondenkooi, maar ik kan er ook in.

Het word nu donker en ik ga maar rusten, na al de ervaringen van vandaag.

Goede morgen wordt er geroepen en de kamer deur gaat open. Ik mag mee naar beneden, maar heb daar helemaal geen zin in. Ik mis Blaan en Kyara. Waarom mochten die ook niet mee? Ik hoor Chista zeggen dat Blaan en Kyara bij opa Sjeer zijn. Zij hebben minder verzorging nodig.

Ik krijg nu blikvoer maar heb helemaal geen zin in eten. Ik wil naar huis.

Christa zet mij nu in de hondenkooi buiten en gaat zelf op haar ligbed liggen. Er staat ook een zwembadje in de tuin, wat ze gekregen heeft voor haar verjaardag.

Jetje heeft met haar mobielje van uit het ziekenhuis Christa gebeld en verteld wat er gaat gebeuren. Ik kan er geen knoop aan vast knopen, wat zij elkaar vertellen, want het lijkt wel buitenlands. Ook heeft Christa een soort sproeier, net als in de douche in de tuin staan. Hier gaat Christa wel eens onder staan en dan gaat ze weer liggen op haar ligbed. Christa is heel erg bruin. Volgens mij is ze geen familie van Jetje. Dit is bijna onmogelijk. Maar ik moet er wel bij vertellen dat het al 5 weken een hele warme zomer is. Misschien komt het daar dan wel door.

Ik heb nog geen poging gedaan om iets te eten, het smaakt me niet en ook hoef ik niets te drinken.

Chrtista heeft een doek over de kooi gelegd zodat ik uit de zon kan zitten.

Daar heb je Barry ook nog. Hij heeft een katten draagmandje in zijn hand en dat schommelt op en neer. Ik ben benieuwt wat er in zit.

Christa heeft nu drie katten te verzorgen. Twee huis en tuin katten en ik. De twee andere zijn broer en zus en pas 8 weken oud.

Ze willen uit mijn bak eten, maar dat gaat niet door. Ik eet meteen heel mijn bak leeg en begin nu ook maar aan de brokjes. Die twee kleintje willen alles op maken en ik ben hier wel het eerste gekomen, dus heb ik de meeste rechten.

Wel leuk dat kleine spul. Ik heb er ook al gehad, maar die zijn allang het huis uit.

Christa heeft een poederbus en poedert mij helemaal in, maar ook de kleintjes worden van een poederlaagje voorzien. De poeder ruikt wat naar tee-tree. Dit gebruikt Jetje ook wel eens, maar niet te veel, want katten kunnen heel slecht te die medicinale olies uit planten.

De twee jonkies proberen mij te veroveren. Ze plukken aan mijn staart en ook mijn oren zijn niet veilig. Help!!!!!!! Ik word aangevallen door twee hele gevaarlijke katten.

Christa en Barry staan te lachen en zelfs de vriendin van Christa doet mee.

Ik ben blij dat ik alleen op mijn kamer mag slapen. 

Hier komt dan weer verandering in als Christa besluit om de twee jonkies op de kamer te zetten en ik mag bij haar op de kamer. Dit is het leukste wat mij kan overkomen, want bij Jetje mag dit nooit.

Ik mag hier voor altijd blijven is mij verzekerd.

Ik heb heerlijk geslapen bij Christa in bed. Barry heeft veel gedraaid, maar hij kan dan ook niet tegen katten. Hij moet er maar aan wennen zegt hij zelf.

Ik word hier wel weer goed actief gemaakt. Die twee kleintje houden je wel bezig, alleen vind ik het niet leuk dat ze zo tegen mij aan komen liggen. Daar is het veel te warm voor.

Jetje heeft de achterdeur open staan en wij rennen naar buiten. Ik ren achter de kleintjes aan en die stoppen voor het zwembad. Ik heb veel te grote vaart en beland er midden in. Hemeltje wat gebeurd er weer. Ik heb al eerder gezwommen dus weet ik goed hoe ik er uit moet komen. Alleen deze rand is heel zacht. Je zakt er in weg. 

Gelukkig loopt nu de rand leeg en kan ik er gemakkelijk uit. Het water loopt nu over het gras en maakt heel de plaats nat.

Christa moppert. Gelukkig voor haar heeft ze een doosje en doet er een soort pleister op de rand en ze maakt de ringen weer vol door ze op te blazen. 

Christa legt er nu weer een slang in en laat er weer water in lopen. Ik heb de slang al uit het badje getrokken, maar daar is niets aan, want het water is koud.

Ik mag nu los lopen samen met die twee rakkers.

Hier kun je heel gemakkelijk de tuin uit. Achter de tuin is een groot grasveld waar van die beesten lopen met van die stomme zakken onder de buik waar een soort fluiten aan zitten. Gelukkig lopen die niet heel hard. Ze laten wel van die grote flatsen vallen op het gras. Gelukkig stinken ze goed, als ze vers zijn. Dit zorgt er voor dat je er niet te snel doorloopt. Ik moet er niet aan denken dat ik onder kom te zitten en die troep!

Die twee schatjes lopen mij de hele dag achterna. Nu zijn ze ook op het grote grasveld bij die domme grote beesten. Als die  slim zouden zijn, kwamen ze, net als ik, gewoon binnen bij de mensen en hebben ze mandjes net als wij.

Ook eten die beesten het gras waar die beesten de hele dag over lopen. Ik heb heerlijke bakjes waar Christa mijn eten in doet.

Daar ligt een beest zijn staart op en geeft een kleintje een douche. Ik hoor hem krijsen. De straal is ook heel hard en goed warm. 

Wij rennen snel naar huis, want hier zijn wij goed van verschoten. Christa neemt haar lieveling op en wast hem onder de kraan met afwasmiddel. Afdrogen doet ze niet. Je droogt maar in de zon, wordt er gezegd en gelijk heeft ze.

Christa zet ons nu voor de voorzichtigheid maar in de kooi, want dan kan er niets meer met ons gebeuren.

Slapen is wel het fijnste hier. Ik mag lekker bij Christa in bed. Ik zoek haar rugkant op en ga lekker in het holletje van haar benen liggen. Ik lik wel eens over haar benen en dan verlegd ze die. Ik heb dan meer plaats in bed.

Daar komt Rob weer.

Ik maak me uit de voeten en ga lekker bij die stomme beesten op het grote grasveld lopen. Ik wil hier blijven. Hier is het veel ste fijn.

Ik hoor Christa een blik voer open maken en ze weet dat ik dat altijd hoor. Ik twijfel even om lekker buiten te blijven, maar mijn maag zegt dat ik toch maar weer naar binnen moet. Ik ga naar de bak om te eten en meteen wordt de deur dichtgedaan. Ik mag wel even eten en daarna word ik weer in de draagkoffer gedaan.

Rob vraagt hoe het gegaan is en Christa zegt dat alles goed gegaan is. Ik heb geen broekje aangehad, dus zit alles weer in het koffer.

Had ik dat geweten, zegt Rob en verteld wat er allemaal gebeurd is met het hier naar toe rijden.

Blaan en Kyara zijn ook thuis, net als Jetje.

We rijden met de auto naar huis en thuisgekomen vlieg ik Jetje in de armen.

Jetje had last van diaree en was wat aan het uitdrogen. Daarom moest ze naar het ziekenhuis. Maar nu is ze beter. Gelukkig.